Bij gedragsverandering gaat het over het bereiken van een doel, namelijk het vervangen van oud gedrag door het gewenste gedrag. Doelen stellen gaat 80% van de Nederlanders goed af, maar het lukt maar 8% om deze daadwerkelijk te bereiken.
Het is belangrijk om concreet te hebben wat je doel is. Bedenk hoe je nieuwe gedrag er uit ziet en in welke situaties je dit gedrag wil vertonen. Dit helpt je door het proces heen te bepalen waar je staat, hoeveel vooruitgang je al hebt geboekt en wat er nog moet gebeuren om je doel te behalen.
Je vergroot de kans om je doel te behalen als je er écht 100% achter staat.
Daarom is het een must om de doelen positief te formuleren. Dus niet ‘ik wil niet meer zo moe zijn na een werkdag’, maar ‘ik wil meer pauzes nemen tijdens mijn werkdagen (zodat ik minder moe ben).’
Het is verstandig om te focussen op één groot doel per keer. Ons brein kan namelijk maar één ding tegelijkertijd doen en wordt minder productief op het moment dat we de focus verspreiden. Je kan dit doel wel opdelen in kleinere doelen, zodat de verandering stap voor stap gemaakt kan worden. De kleinere doelen zorgen ervoor dat de kans op slagen groter is, doordat het je meer het gevoel geeft dat het doel haalbaar is. Tot slot helpt het om een deadline te koppelen aan je doel. Hiermee tackel je uitstelgedrag en word je gemotiveerd om met jouw doel aan de slag te gaan.